Read

Think first, design later.

Koffie met.. Bart
In mijn vorige blog las je over het gesprek tussen Erik (medeoprichter van RTRN) en mij tijdens een bak koffie. We raakten in gesprek over zijn interesses, inspiratiebronnen en zijn kijk op het vak. Een duidelijke, eerlijke mening over de relatie tussen copy en design, wat mij triggerde om hier ook eens over in gesprek te gaan met Bart (de andere oprichter van RTRN). Is zijn mening hierover the yin to the yang? Of kunnen we de kijk van beide zien als water en vuur? Lees het gesprek die ik had met Bart – wederom onder het genot van een kop koffie – hieronder!

Designer in hart en nieren 
D: Hoe lang ben je werkzaam in dit vakgebied?

B: Ik begon eigenlijk al in mijn studietijd met opdrachtjes. Dus als ik dat mee tel is het denk ik al zo’n 20 jaar?

D: Dit betekent dat je al gelijk een studie hebt gedaan richting design?

B: Nee, omdat ik vroeger altijd met Lego van alles aan het bouwen was, dacht ik dat architectuur echt bij mij zou passen. Daarom heb ik de vooropleiding van bouwkunde gedaan. Ik kwam er al snel achter dat het niks voor mij was. Ik vond het vreselijk haha!

B: Doordat ik erachter kwam dat het niet was wat het was, vormde zich de welbekende vraag: “Wat moet ik dan?”. Ik weet nog goed dat ik op school een poster tegenkwam van het Grafisch Lyceum in Zwolle. Met alle onwetendheid van de wereld ging ik naar de open dag om te kijken. Tijdens een kijkje in de keuken van het vakgebied,  liet iemand wat van Photoshop zien. Dan moet je zeker niet denken aan Photoshop van wat het nu is, maar echt aan Photoshop van voor de oorlog. Daarbij dacht ik meteen: “Dit wil ik!”. En zo geschiedde.

D: En toen was je klaar met school. Ben je toen voor jezelf begonnen?

B: Nee! Toen ik afstudeerde was er heel weinig werk bij bureaus. (Omdat ik 11 jaar lang als bijbaantje in een dierenwinkel heb gewerkt, schrijf dit trouwens alsjeblieft in kleine lettertjes), ben ik na m’n opleiding de retail in gegaan.

Bloed stroomt waar het niet gaan kan
B: Ik heb die tijd enorm veel geleerd, ook op persoonlijk vlak. Het legde m’n grafische carrière wel wat stil. Toch bleef ik wat opdrachtjes naast mijn baan doen. Dit werden steeds meer en meer. Op geven moment kwam een punt waarbij ik in het diepe ben gedoken: Ik ging voor mezelf beginnen.

D: Dus, waarom je doet wat je doet –  het zijn van een designer – is eigenlijk al heel lang zo?

B: Ja, zeker. Ik heb ooit een artikel gelezen dat als je terugkijkt in je kindertijd wat je daar deed en leuk vond nog kan herleiden in hetgeen wat je nu doet.  Ik vond vroeger tekenen fantastisch. Valt aardig te herleiden toch? 😉

“Hey jongens! Kijk even!”
D: Wat vind je het leukst om te doen binnen je vak?

B: Ik denk dat ik het kan onderverdelen in verschillende fases. Bij een nieuwe opdracht en/of nieuw vraagstuk gaat Erik broeden op het verhaal. Bij hem poppen dan een aantal dingen op, waardoor het bij mij gaat leven. Er gaan luikjes open en begin het voor me te zien. Ik word enthousiast: ik zie het groeien en vertaal het vervolgens naar iets visueels. Dat is vet.

B: Tijdens een traject – in een volgende fase – vind ik het heel gaaf dat wanneer je op de goede weg zit, je in een flow komt en lekker kan gaan designen. In deze fase zitten natuurlijk altijd wat wat pieken en dalen, maar daar zal ik later nog wat over schrijven.. hè? (Spoiler 😉) 

B: Wat ik tot slot ook echt tof vind is dat wanneer je tot een concept komt, dit presenteert aan je klant en zij blij is. Wanneer je dan later ook nog eens je werk terug ziet in het veld, geeft een soort van voldoening en trots.  Het liefst wil je dan roepen: “Hey jongens, kijk even! Dat heb ik gemaakt!”

De kip of het ei: de evaluatie 
D: Je hebt het verhaal van Erik gelezen, hij heeft een duidelijke mening over waarom heel veel ontstaat vanuit copy. Hoe zie jij dat? Wat is dan jouw visie op copy en design?

B:  Ik vind dat copy en design elkaar ondersteunen. Natuurlijk, als je copy op een A4 print kan de boodschap goed over komen. Maar, het laagje design maakt het wel de ‘stopper’. Als jij een tekstje in Comic Sans MS zet en daar een krachtige boodschap in schrijft dan zou dit misschien wel werken. Maar als deze krachtige boodschap 8 punts is, komt het alsnog niet over. Dus ik zie dàt laagje als de toegevoegde waarde van design.

D: Per dag worden we aan heel veel beelden blootgesteld, zou beeld eerder iets oproepen dan alleen het lezen van een tekst?

B: Tegenwoordig misschien wel. Bijvoorbeeld de opkomst (en de populariteit) van Instagram. Van oorsprong zijn we natuurlijk visueel ingesteld, vandaar dat iconen ook heel goed werken. Ik denk zeker dat het stopt. Maar, een goede copy erbij is wel hetgeen wat men onthoudt. Zoals bijvoorbeeld Bob-campagne of ‘Melk de Witte Motor’ reclame. Alleen, het visuele gedeelte roept wel een bepaald gevoel op. Coca-Cola en McDonald’s hebben een krachtige visuele taal neergezet. Zonder copy weet je dat het van hen is. McDonald’s heeft alleen maar de ‘M’ nodig om bij mensen direct op te roepen van wie deze boodschap is.

D: Dus copy en design gaan hand in hand?

B: Absoluut. Ik denk dat het elkaar versterkt. En mogen we ook zeggen uit ons werk dat dit blijkt? 😉

Van voor naar achter van.. 
D: Definitely yes! Maar ik weet ook dat je altijd heel kritisch bent op je gemaakte werk. Dat je dingen ziet en denkt: “Dat had anders gekund.”

B: Klopt, maar wel op het moment dat het werk wat ouder is. Het moment dat het er is dan vind je het extreem tof. Maar daarna, tenminste dat heb ik, heb ik altijd nog een kritische noot. Dit heeft ook misschien wel weer met tijd en smaak te maken. Dan denkt mijn kritische ik: “Had het nog beter gekund?” Dat is absoluut ook wel weer de motivatie die mij steeds leert om te leren en de volgende nog weer beter te maken.

D: Het is natuurlijk altijd makkelijk om achteraf te zeggen: “Dit had ik misschien beter kunnen doen” terwijl je op dat moment natuurlijk daar nooit over na zou denken. Want het was goed genoeg voor dat moment.

B: Eens, ik vind gewoon dat een design moet kloppen.

D: Wat is dan voor jou dat een design helemaal ‘klopt’?

B: Dat elk detail uit te leggen valt. Dat het van voor naar achter van links naar rechts en van onder naar boven helemaal klopt. Dat. Dit ziet misschien niet iedereen, maar ik weet dat het zo is.

B: Een mooi voorbeeld is de branding voor het Eurovisiesongfestival door Clever Franke. Het logo verbeeldt letterlijk alle deelnemers die samenkomen in Rotterdam. Ieder deelnemend land is meegenomen en daarbij zijn de afstanden in het logo, de afstanden van land naar Rotterdam toe. Daarnaast hebben ze ook gekeken naar hoe vaak een land heeft gewonnen, dit gaf een bepaalde schaal. Dat soort dingen vind ik briljant.

B: Think first, design later vind ik dan ook een mooie: niet zomaar achter je Mac kruipen en wat gaan doen, maar eerst nadenken en ergens een vinger achter zien te krijgen.  Dan wordt en is het verhaal kloppend voor mij.

Inspiratie en iconen 
D: Waarom vind je dit zo belangrijk?

B: Het is een bepaalde doordachtheid in design. Mijn held is dan ook Dieter Rams, een product designer weliswaar, maar hij weet producten zo gebruiksvriendelijk en minimalistisch mogelijk te maken dat een kind zou moeten snappen wat het is. Wat ik hiervan heb geleerd is dat je een bepaalde gelaagdheid mag inbrengen in je design. Het eerste wat men moet gebruiken, gebruik je als eerste. Wat je niet meteen nodig hebt, kan in een laag dieper. Enzovoorts.

B: Dat minimalistische, de kloppendheid en de gelaagdheid past gewoon goed bij me. Dingen maken waarvoor ze bedoeld zijn. Natuurlijk ga ik een design voor een branding altijd een stap verder, om te kijken hoe dat zich ontwikkeld. Maar, uit ervaring blijkt vrijwel altijd less is more. 

D: Zijn er nog meer personen of helden die jou inspireren?

B: Zoals Erik ook al noemde: KesselsKramer. Met hen kwam ik al in aanraking toen ik op de Minerva zat. Hun hele vertoning (ook online) was toen en is nu nog steeds fantastisch. De introductie van Ben in 1999 vind ik dan ook iconisch! Overal hingen posters met ‘Hallo ik ben Ben’ en verder niets. Niemand wist dat het om een telecomprovider zou gaan. Het was uiteraard een andere tijdgeest, maar iedereen vroeg zich af wat het was en het werd veel besproken.

B: Het allermooiste hieraan vind ik misschien wel dat de opdrachtgever de neem Ben eerst niet wilde, maar KesselsKramer hield voet bij stuk. En het concept is nu nog steeds ijzersterk.

What’s next?
D: Zijn er nog dingen die je graag zou willen bereiken?

B: Ik zou graag een landelijke campagne willen creëren wat veel impact zal maken. Als deze in combinatie is met duurzaamheid zou ik dat helemaal tof vinden. Duurzaamheid is iets dat me ligt en interesseert. Dat zou ik heel vet vinden.

Aantrekkingskracht of tegenpolen: de conclusie
Designen: een prachtig vak waar ik weinig kaas van heb gegeten. Ik vind het altijd enorm tof om te zien hoe mijn collega’s een smoel kunnen geven aan een vaak abstracte briefing. Om met een paar woorden, doelen en (kans)richtingen die een klant op wilt gaan elke keer weer iets compleet anders te creëren. Want ieder merk is uniek en zo ook haar branding.

Ik vind het mooi om te zien dat beide medeoprichters (logischerwijs) denken vanuit hun eigen vakgebied, maar dat dit toch ergens samenkomt en elkaar versterkt. Zie het als een soort aantrekkingskracht, een yin to the yang zoals ik in de intro schreef of een versterking van elkaar. Waar het veelal begint met copy, versterkt design.

Some final notes
Je zou je misschien afvragen hoe ik erover denk. Ik geloof dat in de tijd van nu beeld ontzettend belangrijk is. We worden er mee plat gegooid of je het nou leuk vindt of niet. Zie bijvoorbeeld de populariteit van Instagram, TikTok en Pinterest. Beeld geeft een gevoel, het roept iets op, het doet wat met je. Als iemand dat weet te raken met een samenspel van een aantal woorden, dan geloof ik dat je men pakt. Alleen, moet je natuurlijk wel op de juiste plek, tijd en plaats aanwezig zijn. Dit is waar marketing – gedachtengang vanuit mijn vakgebied – om de hoek komt kijken. Damn, so much to tell.. 😉

Tot de volgende!

Klaar voor verandering?

Geef ons een belletje.